Je zou kunnen denken, dat de realiteit van de klimaatverandering niet nieuw is voor de mondiale wijnindustrie. Echter, de extreme weersomstandigheden rond de ‘planeet Wijn’ van de afgelopen jaren, hebben de strijd van de wijnproducenten tegen de uitwerkingen van het warmere klimaat een nieuw dringend element gegeven: op 28 juni 2019 werd in het Zuid-Franse Gallangues-le-Montueux een temperatuur van 45,9°C gemeten en op 25 juli 2019 was het in Lingen (Duitsland) 42,6°C. In beide gevallen werd een temperatuurrecord gebroken – in Frankrijk het record uit 2003, en wel met 1,8°C en in Duitsland dat van het jaar 2005 met maar liefst 2,3°C. In beide gevallen veroorzaakte het een grote schok.
Terwijl in de eerstgenoemde van deze warme jaargangen veel Europese wijnen naar opulentie tendeerden en sommige een erg hoog alcoholpercentage bevatten, was de laatstgenoemde voor veel regio’s een excellente jaargang. Sinds de eeuwwisseling zijn er in Europa daarnaast geen jaargangen van dunne, groene wijnen meer geweest, - die een generatie terug geen uitzonderlijkheid waren. Er is dus geen eenvoudig antwoord op de vraag, of de klimaatverschuiving de wijnkwaliteit tot nu toe eerder goed heeft gedaan of heeft geschaad. Het probleem is, dat de situatie van de afgelopen jaren de wijnproducenten een geheel nieuwe uitdaging heeft gegeven.
Afgelopen juli en begin augustus deden foto’s van verbrande wijndruivenbladeren in de Languedoc in Frankrijk en van wijndruiven met ‘zonnebrand’ uit het Moezel-dal in Duitsland op het internet de ronde. Italië beleefde in 2017 het eerste schokkende groeiseizoen: zelfs in Toscane stegen de temperaturen tot 45°C. Dat leidde ertoe, dat de druiven van een aantal geïmporteerde soorten (onder andere de Merlot) aan de wijnstokken verdroogden. Voor de getroffen wijnboeren was dit een horrorscenario. Het werd hen plotseling duidelijk, dat de situatie sneller veranderde, dan ze voor mogelijk hadden gehouden.
In West-Europa moesten de laatste sceptici van de wijnbranche in de 2003 – de ‘zomer van de eeuw’ – eindelijk inzien, dat de mondiale opwarming van de aarde een realiteit was, en dat men dus een nieuwe manier moest vinden, om met de situatie om te gaan. In de daaropvolgende jaren werd er veel nagedacht over de vraag, welke veranderingen er bij de wijngaarden en bottelaars moesten worden doorgevoerd om beter op het warmere klimaat te zijn ingesteld, en in veel regio’s kwam men dan ook in actie: een korter bladerdak en meer schaduw voor de druiven op de wijnhelling, en dan een vroegere druivenpluk. Voor enkele wijnboeren, waaronder Steffan Christmann van wijngoed Christmann in Pfalz (hal 14, stand E60) betekende het ook, dat de stijl van de wijnen moest worden veranderd: ze moesten een frisser, sprankelender karakter krijgen. Andere wijnproducenten reageerden op de warmere omstandigheden, door met laat rijpende, zuurrijke druivensoorten te experimenteren, zoals Jum Barry (hal 9, Stand F69) uit de Clare Valley in Zuid-Australië, die de Griekse witte wijndruif Assyrtiko aanplantte.
Dan volgt aantal jaargangen met zware omstandigheden voor de wijnoogst, en dan vooral het jaar 2013. De regio’s die problemen ondervonden, lagen ver van elkaar verwijderd en waren qua klimaat ook zeer verschillend, zoals de Bordeaux en Duitsland. Wijnproducenten in beide landen en ook elders, spraken van ‘koele jaargangen’ – hoewel ze beduidend warmer waren dan de koele jaargangen van laat in de 20ste eeuw. Het eigenlijke probleem was echter de herfstregen, die het rijpingsproces vertraagde en in sommige gevallen tot bedorven druiven leidde.
Deze onbewuste zelfmisleiding zorgde ervoor dat een gevaarlijke illusie vrij baan kreeg, te weten dat er nog steeds koele jaargangen waren en radicale veranderingen voor de wijngaarden en bottelaars alleen in ‘uitzonderlijk’ warme jaren nodig waren.
Hoewel resultaten zoals de massale lentevorstschade in Burgund in het jaar 2016 leken te bevestigen, dat niet altijd hitte het probleem was, waarvoor er actie moest worden ondernomen, kwam de echte wake up call pas in de jaren 2018 en 2019.
Het is de moeite waard om een korte blik op de weerstatistieken van Geisenheim in Rheingau (een van de klassieke ‘koele klimaatregio’s’ van Duitsland) te werpen, om te zien, hoe ernstig de nieuwe situatie werkelijk is. Geisenheim is de standplaats van de toonaangevende wijnuniversiteit van Duitsland en beschikt over een enorm weerarchief. Tussen 1961 en 1990 lag de gemiddelde temperatuur van het groeiseizoen bij 14,5°C. Het jaar 1976 was het warmste jaar van deze periode, met een gemiddelde temperatuur van 15,7°C tijdens het groeiseizoen. In het jaar 2003 bedroeg deze gemiddelde temperatuur 16,5°C en deze werd in het jaar 2006 met 16,6°C zelfs overtroffen. Het jaar 2018 speelde echter in een heel andere divisie: de gemiddelde temperatuur van het groeiseizoen lag op 17,8°C. De temperatuur van Geisenheim lag in het jaar 2018 slechts een fractie onder het gemiddelde van de Zuid-Australische Barossa Valley – en de Barossa Valley is niet bepaald een koele klimaatregio. Het laatste echt koude jaar in Duitsland (en veel andere delen van West-Europa) was in 2010.
In Oostenrijk en Italië heeft het jaar 2017 wijnproducenten dermate geshockeerd, dat ze tot actie overgingen. Toni Bodenstein van Weingut Prager in Weißenkirchen/Wachau, was een van de wijnproducenten, die grote veranderingen doorvoerden. “Voor de jaargang 2017 heb ik onze druivenverwerking en bottelmethodes quasi omgekeerd. We kiezen nu voor het persen van de hele druif en laten de wijn dan tot eind april staan”. Zo kwam het, dat zelfs de groene Veltliner – die in warmere jaren naar opulentie neigt – uit de jaargang 2017 van Toni Bodenstein gelaagder is.
In de wijze waarop er met het probleem van warmere temperaturen die tot een snellere rijping van de duiven leidt, wordt omgegaan – uiteraard voor een maximum aan gewenste aroma’s – is geen methode zo effectief, als een nieuwe manier van het beplanten van de wijngaarden. Een andere indrukwekkende methode hebben we 15 jaar geleden in de Napa Valley /Californië gezien, waar Warren Winiarski, de toenmalige eigenaar van Stag’s Leap Wine Cellars (hal 9) de plantrichting van zijn wijnterrassen 90 graden draaide. Dat was mogelijk, daar de breedte van de regels tussen de wijnstokken identiek aan de afstand tussen de wijnstokken zelf was. Het resultaat was een elegante, frissere rode Cabernet Sauvignon’s met subtiele aroma’s.
In de meeste gevallen is een compleet nieuwe aanplant noodzakelijk, om de richting van de druivenstokken te veranderen, en de prijs daarvoor is hoog – ook daar dat betekent, dat er minstens drie jaar geen oogst zal zijn. Dat heeft Dr. Martin Tesch van Wijngoed Tesch an der Nahe / Duitsland (hal 13, Stand F120) er echter niet van weerhouden, om voor een van de meest radicale nieuwe aanplantprojecten te kiezen. Op zijn locatie Krone verandert hij de Noord-Zuid-aanplant van de druivenstokregels die oorspronkelijk bedoeld waren, om de inval van de zonnestralen van het bladerdak bij hogere breedtegraden (we bevinden ons hier in de buurt van de 50ste noordelijke breedtegraad) te optimaliseren – in een op het Oost-Westen. “Zo brengen we het complete wijnterras in de schaduw,” verklaart hij. Enkele wijncritici hebben beweerd, dat de dagen van de Riesling in Duitsland ten gevolge van de klimaatopwarming, wellicht geteld zijn, maar Tesch is ervan overtuigd, dat “Riesling hier nog steeds een grote toekomst heeft” – dankzij zulke methodes.
Natuurlijk is dit slechts één creatieve reactie op het zich snel veranderende klimaat – bezoekers van ProWein 2020 in Düsseldorf zullen op de beurs veel andere voorbeelden zien, van hoe men op Planeet Wijn op deze nieuwe klimatologische uitdagingen kan reageren.